Miếng thịt chó?

20 november 2019 - Nam Định, Vietnam

Ik ben nu precies 20 dagen in Vietnam, en jeetje wat een land. Alhoewel het pas twintig dagen is, voelt het alsof ik er al een half jaar woon. Ik woon in een stadje genaamd Nam Dinh, dat op ongeveer 90 km zuidoosten van de hoofdstad Hanoi ligt. De stad heeft zo'n 400.000 inwoners en bestaat grotendeels uit industrie en landbouw. 

In deze bijna drie weken heb ik best al wat gereisd. Zo ben ik een weekend naar Môc Châu geweest, dat in de bergen ligt. Hier hebben we onder andere natuurlijke watervallen, de lokale bevolking en een aardbeienkwekerij bezocht. Aankomend weekend ga ik naar Trang An, in de Ninh Binh-provincie.

Maar op dit moment is reizen niet mijn dagelijkse bezigheid. Ik ben hier natuurlijk om les te geven. Hoewel ik daar ook veel voor moet reizen. Lees hier hoe een gemiddelde dag voor een vrijwilliger uitziet in Vietnam:

Je staat om 5.30 's ochtends op, want je wordt met de auto om 6.10 opgehaald. De chauffeur blijkt een half uur te laat, waardoor je dus eigenlijk nog een half uur had kunnen slapen maar vooruit. Je stapt met je team in en rijdt naar een van de lokale 'secondary schools', waar studenten tussen de 8 en 16 naar toe gaan. Naar de meeste scholen is het zo'n anderhalf uur rijden. Een tip; probeer vooral niet te begrijpen hoe het verkeer in elkaar steekt. Het lijkt een grote chaos gedoemd te mislukken, maar geloof me, er zit een logica achter. Ik heb hem helaas nog niet gevonden.

Vervolgens kom je aan op school en word je ontvangen alsof je een superheld bent. Je wringt je een weg naar het klaslokaal en bereid je voor. Zodra de studenten zijn gaan zitten en mooi in koor "Goodmorning, teacher" hebben geroepen, doe jij je trucje en probeer je het publiek te vermaken zoals een echt circusaapje.

Het is inmiddels een uurtje of een; tijd voor lunch! Het ligt er een beetje aan waar je luncht, soms thuis, soms word je uitgenodigd bij iemand thuis of in een restaurant. Nou zouden er bij die laatste twee alle alarmbellen moeten gaan rinkelen, en dan heb ik het nog niet eens over het met stokjes eten. Voor de tere zieltjes, raad ik aan om hier te stoppen met lezen. Het is namelijk nog steeds de gewoonte in Vietnam om, net als in China, honden- en kattenvlees te serveren. Naast xin chào en cảm ơn, dat respectievelijk hallo en dankjewel betekent, waren thịt chó en thịt mèo de eerste Vietnamese woordjes die ik leerde. Zodat ik in ieder geval kon vermijden dat ik op een goed moment fikkie's linkerbil zat op te smikkelen.

Goed, je hebt de lunch weer overleeft. Tijd om naar huis te gaan en de volgende lessen weer voor te bereiden. Je hebt om 7.30 's avonds nog een les tot 9.30 dus dan kun je de middag daar goed voor gebruiken. Je rond je lessen af, eet avondeten dat voor je wordt verzorgd en vertrekt op je scootertje naar het talencentrum, of je wacht op de auto om naar een van de scholen gebracht te worden.

Dan is het half 10 en ga je een biertje drinken in een cafeetje om de hoek. Kun je het een stamcafe noemen als je eigenaar al kent na een week? Een toch wel verstandig voordeel is dat de cafés hier vrij vroeg dicht gaan. Je kunt er dan voor kiezen om terug naar huis te gaan of nog even te gaan poolen. Uiteindelijk, na een lange maar gezellige avond, plof je in bed. Het matras is zo hard als de grond, maar je bent inmiddels zo moe dat je dat niet eens meer kan schelen.

Foto’s